
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Artikel 58 Het recht op eigen pensioen
1
Een kamerlid heeft na zijn aftreden recht op pensioen, indien hij op de dag van ingang van zijn aftreden de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, tenzij hij op dat tijdstip wederom als kamerlid optreedt.
2
Een kamerlid dat is afgetreden voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, verkrijgt recht op pensioen bij het bereiken van die leeftijd, tenzij hij op dat tijdstip wederom als kamerlid optreedt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.